

Het is ondertussen meer dan 75 jaar geleden dat er een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Voor verschillende Wichelse families betekende het einde van de oorlog helaas niet het einde van de diepe ellende die deze oorlog teweeg bracht.
Ter herdenking van politieke gevangenen en dienstweigeraars die verdreven, gedeporteerd en vermoord werden door de nazi’s heeft de Duitse kunstenaar Gunter Demnig de Stichting Stolpersteine opgericht. Het waren de Wichelse NSB-afdelingen en in het bijzonder hun voorzitter Ivan Van de Wiele die het Lokaal Bestuur voorstelden om ook de Wichelse slachtoffers te gedenken met ‘Stolpersteine’ of ‘struikelstenen’.
Deze gedenkkasseien worden ingemetseld in het trottoir voor de vroegere woningen van waaruit de slachtoffers voor het laatst van thuis vertrokken. Op 18 november werden deze struikelstenen op een serene manier ingehuldigd. Bij elke struikelsteen werd ook een infobord onthuld, waarop de lotgevallen van de mensen in kwestie zijn vermeld.
Cornelis-Leon Van Herreweghe
woonde samen met zijn ouders in de Hoogstraat 29 in Schellebelle
en werd op 18-jarige leeftijd verplicht tewerkgesteld bij Junkers Motorenbau in Dessau (Duitsland).
Na onderschepping van zijn brief aan het thuisfront, waarin hij zijn mening verwoordde over de mislukte aanslag op Hitler, werd hij naar het arbeidskamp van Neuengamme gebracht, waar hij overleed na een luchtaanval.
Cornelis-Leon Van Herreweghe: voor altijd 20 jaar.
Frans Van Heck
woonde samen met zijn ouders in de Boterhoek 17 in Wichelen
en werd op 19-jarige leeftijd verplicht tewerkgesteld in het Stalingrad-Lager II in Maagdenburg (Duitsland).
Hij verongelukte tijdens zijn terugreis naar huis. Voor zijn ouders was hij het vierde kind dat zij op zeer jonge leeftijd moesten afgeven.
Frans Van Heck: voor altijd 22 jaar.
Oreel Van den Abeele
was ongehuwd en woonde in de Wanzelestraat 20 in de wijk Bruinbeke.
Hij was licentiaat in de koloniale wetenschappen en stond voor een wellicht mooie, internationale loopbaan.
Na de bevrijding van Schellebelle werd hij op 7 september 1944 vermoord aan de Scheldebrug in Wetteren, als lid van het Belgisch Partizanenleger.
Oreel Van den Abeele: voor altijd 22 jaar.
René Goeman
woonde op de Wanzelesteenweg 13 en het was daar dat de nazi’s op aanwijzen van de collaborateurs de deur open stampten en al schreeuwend vroegen waar hij was.
Hij werd nadien gefusilleerd op het Executieoord te Oostakker. Daar staat een stenen kruis dat herinnert aan zijn leed. Hij werd later herbegraven op de begraafplaats van Serskamp.
René Goeman: voor altijd 29 jaar.
Albert Temmerman
woonde met zijn echtgenote Lorette François en hun zoon Johny in de Stationsstraat (huidig nummer 30) te Schellebelle.
Hij was in het Belgisch Partizanenleger adjunct-korpscommandant voor Oost-Vlaanderen. Hij werd verklikt en daardoor werd hij opgepakt door de Vlaamse sipo (de politie van de SS). Albert werd vermoord op het hoofdkwartier van de Gentse Gestapo.
Albert Temmerman: voor altijd 29 jaar.
Margriet Crombeen
woonde op de Wettersestraat in Schellebelle, ter hoogte van het huidige nummer 25, in het ouderlijk huis.
Margriet was een harde werkster, joviaal en uiterst modern voor die tijd. Ze sloot zich aan hij het Partizanenleger waar ze onbevreesd gedreven tewerk ging. In 1944 werd Margriet, één of twee dagen voor de bevrijding, gedeporteerd naar Ravensbrück waar ze na hard labeur omgebracht werd.
Margriet Crombeen: voor altijd 44 jaar.
Burgemeester Kenneth Taylor: “Het lokaal bestuur vindt het uiterst belangrijk dat deze slachtoffers nooit vergeten worden. Als ik deze namiddag het verdriet van de familieleden zag, 75 jaar of meer na het verlies van hun dierbaren, dan sterkt dit mij in die overtuiging. Het concept van de struikelstenen zorgt ervoor dat de aandacht van elke passant, jong of oud, naar deze verhalen gaat. Onze dank gaat uit naar alle families voor hun aanwezigheid en naar iedereen die dit initiatief heeft mogelijk gemaakt.”
Initiatiefnemer Ivan Van de Wiele: “Wij zijn tevreden dat het lokaal bestuur ons ondersteund heeft en hopen dat deze herdenkingsstenen troost kunnen bieden aan de families. Op de infobordjes staan QR-codes die nog meer details van elk slachtoffer en zijn of haar verhaal weergeven, zodat de voorbijgangers blijvend zullen herinnerd worden aan de geschiedenis.”