Voorwaarden
Is jouw inkomen lager dan het wettelijk minimum, dan heb je recht op leefloon.
Aan het recht op leefloon zijn een aantal voorwaarden verbonden, gekoppeld aan nationaliteit, leeftijd en werkbereidheid.
Vooraleer het leefloonrecht wordt toegekend, moet je eerst jouw bestaande sociale rechten uitputten (bv. werkloosheidsuitkering, ziekte-uitkering, alimentatie, kinderbijslag,...). Jouw maatschappelijk werker kan jou hierbij helpen.
Het leefloon moet je niet terugbetalen, tenzij je voor dezelfde periode andere inkomsten verwerft. Het OCMW kan in bepaalde gevallen leefloon terugvorderen.
Werkbereidheid
Bereid zijn om te werken is één van de belangrijkste voorwaarden voor de toekenning en het behouden van een leefloon.
Onze Dienst Trajectbegeleiding kan je, als leefloongerechtigde, hierin ondersteunen.
Categorieën
categorie 1: samenwonende
categorie 2: alleenstaande
categorie 3: persoon met gezinslast
Een persoon met gezinslast woont samen met een gezin ten laste: minstens 1 ongehuwd minderjarig kind of met een partner en minstens 1 minderjarig kind ten laste
Gehuwde of samenwonende partners zonder kinderen ten laste krijgen elk categorie 1.
Leefloonbedragen :
https://primabook.mi-is.be/nl/recht-op-maatschappelijke-integratie/bedragen-leefloon#0_h2_1
GPMI
Als je leefloon ontvangt, maakt de maatschappelijk werker samen met jou een GPMI op. GPMI staat voor "Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie".
Het GPMI is een contract tussen jou en het OCMW. In dit contract worden stappen opgenomen die jij kan zetten om jouw situatie te verbeteren. De stappen die de maatschappelijk werker kan zetten om jou hierbij te helpen, worden ook vermeld in het GPMI.
Het GPMI wordt op regelmatige tijdstippen met jou geëvalueerd.
Inhoud
U hebt recht op een leefloon als uw inkomen onvoldoende is en als u niet in staat bent die toestand te veranderen. Als uw inkomen lager is dan het leefloon, kunt u vragen om het verschil bij te passen zodat uw inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.
Voorwaarden
Om recht te hebben op het leefloon moet u aan volgende voorwaarden voldoen:
- uw werkelijke verblijfplaats is in België
- u hebt de Belgische nationaliteit, of u bent een
- burger van de Europese Unie of familielid van een burger van de Europese Unie, met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden
- vreemdeling ingeschreven in het bevolkingsregister
- staatloze
- erkende vluchteling
- persoon met statuut van subsidiaire bescherming.
- u bent meerderjarig (= 18 jaar of ouder) of u bent door huwelijk meerderjarig verklaard, u hebt kind(eren) ten laste of u bent in verwachting
- u beschikt niet over voldoende inkomsten, u kunt er geen aanspraak op maken en u bent niet in staat ze te verwerven door persoonlijke inspanningen of andere middelen
- u bent bereid om te werken, tenzij dat niet kan om redenen van gezondheid of billijkheid
- u hebt eerst uw recht op andere mogelijke sociale uitkeringen gebruikt.
Voorbeelden: uw recht op werkloosheidsuitkering, pensioen, studietoelage ... U moet het leefloon beschouwen als een laatste toevlucht.
Procedure
U vraagt het leefloon aan bij de sociale dienst van het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) van uw gemeente. Hiervoor moet u alle nodige informatie geven: identiteit, het bedrag van uw inkomsten en van die van de mensen waarmee u samenwoont, samenstelling van het gezin, bezittingen ...
Na onderzoek krijgt u het leefloon van het OCMW al dan niet toegekend.
Wat meebrengen
- identiteitskaart
- bewijzen van uw bestaansmiddelen, waaronder:
- bewijzen van actuele inkomsten van alle gezinsleden
- overzicht van uw spaargelden en van de mensen waarmee u samenwoont.
Kostprijs
Het bedrag waarop u recht hebt, wordt bepaald op basis van uw familiale toestand. Er bestaan drie categorieën.
- Categorie 1: Samenwonende
Wanneer u met iemand samenwoont met wie u de uitgaven voor het huishouden (huur, energie, enz.) deelt, wordt u beschouwd als samenwonende. Dat moet niet noodzakelijk met uw partner zijn. - Categorie 2: Alleenstaande
Wanneer u alleen woont, wordt u beschouwd als een alleenstaande. - Categorie 3: Samenwonende met gezinslast
Wanneer u minstens één minderjarig, ongehuwd kind ten laste hebt, wordt u beschouwd als samenwonende met gezinslast. Als u in dit geval samenwoont met een partner, geldt dit bedrag voor jullie beiden samen.
Categorie 1: Samenwonende | 809,42 euro per maand |
---|---|
Categorie 2: Alleenstaande | 1.214,13 euro per maand |
Categorie 3: Samenwonende met gezinslast | 1.640,83 euro per maand |
Regelgeving
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.